Met dit document presenteren wij u de begroting voor het jaar 2020. Basis voor de begroting 2020 zijn de kaders en uitgangspunten uit de perspectiefnota 2019 en het daarin opgenomen financieel meerjarenperspectief.
Wijzigingen ten opzichte van de programmabegroting 2019
Ten opzichte van de programmabegroting 2019 is een beperkt aantal wijzigingen doorgevoerd, met het doel de leesbaarheid en de informatiewaarde van de begroting te verbeteren. Het betreft de volgende wijzigingen:
- De voor- en nadelen in de baten, de lasten en het saldo zijn voorzien van de tekens (V)voordeel en (N)nadeel.
- Het financieel meerjarenperspectief is conform het aanbevolen BBV-model opgesteld. Dit betekent dat er geen sprake meer is van een afzonderlijk structureel- en incidenteel perspectief. In plaats daarvan wordt het financiële middelenkader voor de periode 2020-2023 in één tabel gepresenteerd, waarbij een toelichting wordt gegeven op de incidentele baten en lasten die het perspectief beïnvloeden. Deze toelichting op de incidentele baten en lasten is opgenomen in paragraaf 6.2 Incidentele baten en lasten.
- Bij de uiteenzetting van de financiële positie is voor het eerst een meerjarig investeringsplan (MIP) opgenomen. Hiermee wordt inzicht gegeven in de investeringsprojecten die gepland staan voor het begrotingsjaar 2020 en de drie jaren daarna (waar mogelijk). Met het vaststellen van de begroting worden de kredieten uit de eerste jaarschijf van het MIP door de raad geautoriseerd.
- Bij het overzicht van reserves en voorzieningen is een toelichting op de geraamde stortingen en onttrekkingen in de reserves opgenomen.
- De paragraaf grote projecten is geen onderdeel meer in deze begroting. De ontwikkelingen in de binnenstad worden integraal omschreven bij het programma Binnenstad.
Financiële keuzes
In hoofdstuk 3 vindt u de financiële keuzes voor deze begroting 2020 om te komen tot een sluitend meerjarenperspectief. Zoals aangegeven presenteren wij deze financiële keuzes in een geïntegreerd financieel meerjarenperspectief. Daarnaast geeft het hoofdstuk inzicht in de voortgang van het herstelplan.
Programmaplan
Het programmaplan (hoofdstuk 4) bestaat uit een uitwerking van de programma's en de basisbegroting. De programma's vormen de speerpunten voor de komende jaren. De basisbegroting is stabiel en verandert alleen als het BBV dat voorschrijft.
Paragrafen
Hoofdstuk 5 bevat de verplichte paragrafen lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid en de additionele paragraaf dienstverlening.
Financiële begroting
In de financiële begroting (hoofdstuk 6) geven we een overzicht van de baten en lasten per taakveld en uiteenzetting van financiële positie. Met het meerjarig investeringsplan (MIP) wordt inzicht gegeven in de investeringsprojecten die gepland staan voor het begrotingsjaar 2020 en de drie jaren daarna (waar mogelijk). In het overzicht met incidentele baten en lasten geven we een toelichting op de incidentele posten die het saldo van de begroting en de financiële meerjarenperspectief beïnvloeden. Het overzicht geeft daarmee inzicht in het structurele begrotingsresultaat. Het is immers van belang dat structurele lasten worden gedekt door structurele baten.
Bijlagen
In de bijlagen over de verbonden partijen geven we de omvang weer van het eigen vermogen, vreemd vermogen en resultaat aan het begin en het einde van het rapportagejaar. Tot slot geven we in een bijlage inzicht in de wijzigingen in het delegatieregister.