Begroting 2020

Basisbegroting

Financieel terugkijken

Bedragen * 1.000 euro

Verschillen
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie
Het verschil aan de lastenkant hangt vrijwel volledig samen met de toerekening van apparaatskosten aan de taakvelden. Deze is gewijzigd als gevolg van de organisatieontwikkeling en de invulling van diverse personele taakstellingen.

6.2 Wijkteams
Het verschil aan de lastenkant wordt vrijwel geheel verklaard door de toerekening van apparaatskosten aan de taakvelden. Deze is gewijzigd als gevolg van de organisatieontwikkeling en de invulling van diverse personele taakstellingen.

6.3 Inkomensregelingen
Zowel de bijstandsuitkeringen als de BUIG zijn ruim 1,1 miljoen euro hoger dan in 2019, met daarbij de kanttekening dat het BUIG-budget in 2019 ongeveer 3 miljoen euro was verlaagd t.o.v. 2018.  
Het verwachte tekort op de BUIG zal ook in 2020 ongeveer 1,5 miljoen euro bedragen.

In de voorjaarsrapportage 2019 zijn de budgetten voor het minimabeleid incidenteel verhoogd met 460.000 euro. In 2020 gaan we bij het minimabeleid weer uit van het taakstellende budget, welke 4,9 miljoen euro bedraagt. Maatregelen om binnen het taakstellend budget te komen worden voorbereid.

6.4 Begeleide participatie
Het budget voor begeleide participatie is geactualiseerd op basis van de mei-circulaire 2019 van het Gemeentefonds en de begroting 2020 van Soweco.

6.5 Arbeidsparticipatie
Het budget voor arbeidsparticipatie is geactualiseerd op basis van de meicirculaire 2019 van het Gemeentefonds. Verder zijn de innovatiemiddelen uit het coalitieakkoord voor 2019 en 2020 van 750.000 euro per jaar toegevoegd. In 2019 zijn een deel van deze innovatiemiddelen toegevoegd aan het hoofdtaakveld Economie, waardoor de lasten in 2020 hoger zijn dan in 2019.

6.6 Maatwerkvoorziening (WMO)
Het verschil aan de lastenkant wordt vrijwel geheel verklaard door de toerekening van apparaatskosten aan de taakvelden. Deze is gewijzigd als gevolg van de organisatieontwikkeling en de invulling van diverse personele taakstellingen.

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ en 6.81 Geëscaleerde zorg 18+
De prognoses voor de Wmo-nieuw en Wmo-HO zijn geactualiseerd. In 2019 verwachten wij een daling in het aantal cliënten voor Wmo-nieuw. Dit leidt tot daling in de lasten ten opzichte van 2019 met ongeveer 300.000 euro. We zien dat met name het ingezette beleid om het gebruik van de maatwerkvoorziening dagbesteding af te bouwen en cliënten door te verwijzen naar de voorliggende voorzieningen dagstructurering, zijn vruchten afwerpt.
De invoering van het abonnementstarief leidt in 2019 tot een toename van het aantal cliënten huishoudelijke ondersteuning. We verwachten dat het aantal cliënten in de tweede helft 2019 minder hard zal stijgen.
Ten opzichte van de begroting 2019 stijgen de lasten voor huishoudelijke ondersteuning in 2020 ongeveer met 350.000 euro.

Het budget voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang zijn geactualiseerd op basis van de mei-circulaire 2019 van het Gemeentefonds.

6.72 Maatwerkdienstverlening 18- en 6.82 Geëscaleerde zorg 18-
In de jeugdzorg was er in 2018 een stijging in het aantal unieke cliënten. Wij verwachten dat dit grotendeels incidenteel van aard was omdat de stijging in 2018 voor een belangrijk deel verklaard wordt door de wachtlijst die begin 2018 bij de wijkteams was ontstaan. De ontwikkeling van het aantal cliënten Jeugd in de eerste helft 2019 bevestigt dat beeld. In 2020 verwachten wij dat het aantal cliënten in de Jeugdzorg licht afneemt, door een daling van het aantal inwoners in de leeftijdscategorie 0-18 jaar.

Bij maatwerkdienstverlening verwachten wij 2019 en 2020 een daling in de zorglasten, terwijl bij geëscaleerde zorg een stijging. Dit heeft voor een belangrijk deel een administratieve oorzaak. Een deel van de lasten werd onder de oude Inkoop 2018 namelijk onterecht geadministreerd onder taakveld 6.71, dit is vanaf 2019 gewijzigd in taakveld 6.81. Bij de najaarsrapportage zal ook de begroting 2019 hierop worden gewijzigd.

ga terug