Begroting 2020

Lokale heffingen

Actuele ontwikkelingen

Hervorming lokaal belastinggebied
Op 14 februari 2018 ondertekenden het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen een interbestuurlijk programma (IBP) met bijbehorende gezamenlijke agenda. Uitgangspunt hierbij is dat de maatschappelijke opgaven van nu zich manifesteren op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau. Vaak spelen ze op meerdere schaalniveaus tegelijk en liggen oplossingen niet in het bereik van één overheidslaag. Een toenemend aantal maatschappelijke opgaven is alleen op te lossen wanneer gemeenten, provincies, waterschappen en Rijk als één overheid samenwerken richting partners. Over de fiscale thema’s zijn  in het IBP de volgende procesafspraken gemaakt:

  • Decentrale belastingstelsels hebben regulier onderhoud nodig om in goede staat te blijven en toekomstbestendig te zijn. Rijk en mede overheden gaan aan dit onderhoud werken en verkennen daarnaast de mogelijkheden die decentrale belastingstelsels bieden om de realisatie van gezamenlijke ambities te faciliteren.
  • Eventuele knelpunten op het niveau van zowel de Rijksoverheid als de mede overheden in de fiscale regelgeving die belangrijke doelstellingen van zowel Rijk als decentrale overheden in de weg staan (bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en de circulaire economie) worden geïnventariseerd om te bezien of er, met inachtneming van bestaande wet- en regelgeving, oplossingen kunnen worden geboden.

Bezwaar en beroep bij kwijtschelding
Op dit moment is er geen bezwaar mogelijk tegen een beschikking uitstel van betaling. Tegen een beschikking kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is nu administratief beroep bij het college mogelijk. In de toekomst is in beide gevallen eerst bezwaar bij de invorderingsambtenaar mogelijk en is daarna de fiscale rechter bevoegd (rechtbank in eerste aanleg, gerechtshof in hoger beroep en Hoge Raad in cassatie). Deze landelijke wijziging treedt naar verwachting vanaf 2021 in werking.

Onroerende-zaakbelastingen
Het begrotingsbeleid van Almelo is dat de OZB-tarieven worden aangepast met de inflatie, gecorrigeerd met de waardestijging of -daling van het onroerend goed. Voor het jaar 2020 wordt uitgegaan van een indexering van 2,6%. Omdat de gegevens van de jaarlijkse herwaardering nog niet volledig beschikbaar zijn kunnen de tarieven 2020 op dit moment nog niet definitief worden vastgesteld. Dit is eind 2019 voorzien.

Amendement Omtzigt
De Gemeentewet maakt voor de OZB onderscheid tussen woningen en niet-woningen. Eigenaren van woningen worden in de OZB-eigenarenheffing betrokken en gebruikers van woningen betalen geen OZB. Eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen respectievelijk de OZB eigenaren niet-woning en de gebruikersheffing niet-woning. Beide tarieven voor niet-woningen zijn hoger dan het eigenarentarief voor woningen. Sportvelden, dorpshuizen, sportkantines, dorps- en buurthuizen worden voor de OZB aangemerkt als niet-woning en worden dienovereenkomstig in de belastingheffing betrokken.

In het Belastingplan 2019 is het zogenaamde amendement Omtzigt opgenomen waardoor artikel 220f van de Gemeentewet per 1 januari 2019 is gewijzigd. Dit betekent dat voor - nader door de gemeente te bepalen - sociaal behartigende instellingen, het lagere woningtarief mag worden gehanteerd. In de OZB-verordening van een gemeente kan (het amendement biedt de mogelijkheid om dit te doen, het is niet verplicht) een bepaling opgenomen worden strekkende tot het toepassen van het woningtarief voor nader te bepalen onroerende zaken.

De toelichting op het amendement en de wettekst zijn op onderdelen tegenstrijdig en niet duidelijk. Hierdoor is de reikwijdte van het amendement niet helder. Daarnaast zijn er ten aanzien van de praktische uitvoering ook de nodige vragen bij gemeenten. De gevolgen van de eventuele toepassing van dit amendement, door wijziging van de OZB-verordening, zijn op dit moment dan ook niet goed in te schatten. Verwacht wordt dat de toepassing van dit amendement vooralsnog zal leiden tot juridische procedure en bijbehorende jurisprudentie. De VNG heeft namens de gemeenten een brief gestuurd aan Staatssecretaris Snel van Financiën, waarin diverse vragen worden gesteld en knelpunten worden gesignaleerd. Gezien voornoemde onduidelijkheid wordt in de gemeente Almelo vooralsnog geen gebruik gemaakt van deze wetswijziging. Het college volgt  de ontwikkelingen uiteraard met aandacht en zal op een later moment een afweging maken over de toepassing van het amendement.

Hondenbelasting
Bij het vaststellen van de begroting 2018 heeft de raad het college opdracht gegeven om bij de begroting 2019 een besluit uit te werken waarin de hondenbelasting in maximaal 2 jaar tijd volledig wordt afgebouwd.Op basis hiervan is in 2019 rekening gehouden met een halvering van het tarief. Vanaf 2020 wordt geen hondenbelasting meer geheven.

ga terug